Beldaran's Leestips
Beldaran geeft op
Ezzulia
en Pure
Fantasy wekelijks een leestip.
- Beldaran [10-08-2012]
Voor vandaag koos ik voor het afsluitende derde deel van de goed geschreven
vampier trilogie ‘De Meester’. Speciaal aanbevolen aan diegene die het niet
moeten hebben van al die gentlemanvampiers.
Over de aarde is een nucleaire winter neergedaald. Afgezien van één uur zonlicht
per dag is de hele wereld in duisternis gehuld. Het is een bijna volmaakt
leefklimaat voor vampiers. Ze hebben gewonnen. Dit is hun tijd. Maar ergens in
de wildernis houdt zich een desperaat netwerk van vrije mensen schuil. Zij
blijven verzet bieden, hoe hopeloos het ook lijkt.
‘De Meester: Eeuwige Duisternis’- Guillermo Del Toro & Chuck
Hogan - 2012
Op de tweede dag van duisternis brachten ze hen
allemaal bijeen. De besten en intelligentste: al degenen die macht, rijkdom of
invloed hadden. Politici en topmanagers, industriëlen en intellectuelen,
rebellen en aanzienlijken. Ze lieten deze mensen niet overgaan; iedereen werd
gedood, vernietigd. Hun executie was snel en wreed en werd in het openbaar
voltrokken.
Afgezien van enkele experts uit elke discipline werden alle leiders
geëlimineerd. Daar kwamen ze naar buiten gelopen, de verdoemden, uit het River
House, het Dakota, het Beresford, enzovoort. Ze werden allemaal gevangengenomen
en naar grote verzamelplaatsen over de hele wereld gebracht, zoals de National
Mall in Washington, Nanjing Lu in Shanghai, het Rode Plein in Moskou, het
Groenpuntstadion in Kaapstad en Central Park in New York. En daar werden ze in
een gruwelijk bloedbad geëlimineerd. Het schijnt dat meer dan duizend strigoi
plunderend door Lexington Avenue trokken en elk gebouw aan Gramercy Park
binnendrongen. Wat hun ook aan geld of gunsten werd aangeboden, het had geen
zin. Zachte, gemanicuurde handen werden smekend naar hen opgegeven. De lichamen
stuiptrekten nog wat na – hangend aan lantaarnpalen langs de hele Madison
Avenue. Op Times Square verschroeide gebruind, verwend vlees op brandstapels van
zeven meter hoog. Met een lucht als van een barbecue verlichtte de elite van
Manhattan de lege straten, de gesloten winkels – alles moet weg – en de
geluidloze gigantische LED-schermen. Blijkbaar had de Meester precies
uitgerekend hoeveel vampiers er nodig waren
om de stad te beheersen zonder dat er tekort aan bloed kwam. De hele aanpak was
systematisch, ja mathematisch. De oude en zwakke mensen werden ook verzameld en
geëlimineerd. Het was een zuivering en een coup. Ongeveer een derde van de
mensheid werd uitgeroeid in die periode van tweeënzeventig uur, de periode die
daarna bekend zou staan als `Nacht Nul’.
De horden namen de straten over. De oproerpolitie, de SWAT-teams, het leger – de
vloedgolf van monsters spoelde over alles heen. Degenen die zich onderwierpen,
degenen die zich overgaven, werden als wachters en hoeders ingezet. Het plan van
de Meester was een daverend succes. Op wrede, darwinistische wijze had de
Meester de overlevenden geselecteerd op volgzaamheid en plooibaarheid. Zijn
macht nam huiveringwekkend snel toe. Nu de Ouden waren vernietigd, was zijn
macht over de horde – en via hen over de wereld – uitgebreid en veel
geraffineerder geworden. De strigoi trokken niet meer als razende zombies door
de straten, plunderend en zich voedend naar willekeur. Hun bewegingen waren nu
gecoördineerd. Als
bijen in een korf of mieren in een hoop hadden ze blijkbaar de taken en
verantwoordelijkheden verdeeld. Ze waren de ogen van de Meester in de straten.
In het begin was het daglicht helemaal weg. Als de zon op zijn hoogste punt
stond, was soms enkele seconden een glimp op te vangen van vaag zonlicht, maar
afgezien daarvan was de duisternis volledig. Nu, twee jaar later, schemerde de
zon elke dag nog maar twee uur door de vergiftigde atmosfeer, maar het bleke
schijnsel was niets in vergelijking met het zonlicht dat ooit de aarde had
verwarmd. De strigoi waren overal, als spinnen of mieren. Ze zorgden ervoor dat
degenen die in leven waren gelaten in de gewenste dagelijkse routine
vervielen... En toch was dat juist het meest schokkend van alles: hoe weinig het
leven echt was veranderd. De Meester maakte gebruik van de chaos die in de
eerste maanden had geheerst. Het gebrek – aan voedsel, schoon water,
vuilophaling en ordehandhaving – had de mensen zozeer geterroriseerd dat ze met
dankbaarheid en gehoorzaamheid reageerden toen de elementaire infrastructuur
werd hersteld, er voedselrantsoenering werd ingevoerd, en het elektriciteitsnet
weer werd opgebouwd om de duisternis van de lange nachten te verdrijven. Vee gaf
zich pas gewonnen als het beloond werd met orde en routine – de ondubbelzinnige
structuur van de macht.
Binnen veertien dagen waren de meeste systemen hersteld. Water, elektriciteit...
Zelfs de kabeltelevisie was terug, nu alleen nog met herhalingen zonder reclame.
Sport, nieuws – alles was herhaling. Er werd niets nieuws geproduceerd. En... de
mensen
vonden het prachtig. Snel openbaar vervoer had hoge prioriteit in de nieuwe
wereld, want particuliere auto’s waren uiterst zeldzaam. Auto’s waren potentiële
bommen en hoorden als zodanig niet thuis in de nieuwe politiestaat. Daarom
werden ze in beslag genomen en vernietigd. Alle voertuigen op straat waren van
openbare diensten: politie, brandweer, vuilnisdiensten
– alles reed weer rond, bemand door gehoorzame mensen. Vliegtuigen hadden
hetzelfde lot ondergaan. De enige actieve vloot was in handen van Stoneheart,
het multinationale concern dat de voedseldistributie, energievoorziening en
militaire industrieën had beheerst en door de Meester was gebruikt om de planeet
over te nemen. Deze vloot bestond uit ongeveer zeven procent van alle
vliegtuigen die voorheen over de aarde hadden gevlogen. Zilver werd buiten de
wet gesteld en werd een ruilmiddel: zeer begerenswaardig en in te wisselen voor
bonnen of voedselpunten. Met de juiste hoeveelheid kon je zelfs
jezelf of iemand die je dierbaar was uit de farms vrijkopen. De farms waren het
enige dat volkomen anders was in deze nieuwe wereld. De farms, plus het feit dat
er geen onderwijsstelsel meer was. Geen onderwijs meer, geen boeken meer, geen
gedachten meer. De hokken en slachthuizen werden vierentwintig uur per dag en
zeven dagen per week bemand. Speciaal opgeleide bewakers en veedrijvers
voorzagen de strigoi van de voedingsstoffen die ze nodig hadden. Het nieuwe
klassenstelsel kwam in korte tijd tot stand. Het was een stelsel van biologische
kasten: de strigoi hadden een voorkeur
voor B-positief. Elke bloedgroep was goed, maar B-positief bood – net als
sommige soorten melk – extra voordelen, behield zijn smaak en kwaliteit beter
buiten het lichaam en was gemakkelijker te verpakken en op te slaan. Niet-B’s
waren de werkers, de boeren, de echte werkezels. B-positieven waren het beste
vlees. Ze werden verwend en kregen extra voeding en allerlei voordelen. Ze
mochten zelfs twee keer zo lang naar de UV-kampen om geen tekort aan vitamine D
te krijgen. Hun dagelijkse bezigheden, hun hormonale evenwicht en uiteindelijk
hun voortplanting werden systematisch gereguleerd om aan de vraag te kunnen
voldoen. En zo was het. Mensen gingen naar hun werk, keken tv, aten hun
maaltijden en gingen naar bed. Maar in het donker, in de stilte, huilden en
woelden ze. Ze wisten maar al te goed dat degenen die ze kenden, degenen uit hun
naaste omgeving – zelfs degenen met wie ze het bed deelden – plotseling weg
konden zijn, verslonden door het betoncomplex van de dichtstbijzijnde farm. En
ze beten op hun lippen en huilden, want er zat niets anders voor hen op dan zich
te onderwerpen. Er was altijd wel iemand anders (ouders, broers en zussen,
kinderen) die van hen afhankelijk was. Altijd
wel iemand anders die hun de vrijbrief gaf om bang te zijn: de zegen van de
lafheid. Wie had ooit kunnen denken dat we met grote nostalgie zouden
terugkijken op de tumultueuze jaren negentig en het begin van de jaren nul? De
jaren van beroering,
politieke kinderachtigheid en financieel bedrog die aan de instorting van de
wereldorde voorafgingen... Achteraf was dat een gouden tijd. Daarna is alles wat
we waren en hadden volledig verloren gegaan – alle maatschappelijke systemen die
onze voorouders hadden gekend. We zijn een kudde geworden. We zijn vee geworden.
Diegenen van ons die nog in leven zijn maar zich niet bij het systeem hebben
aangesloten... Wij zijn de afwijking geworden... Wij zijn nu het ongedierte
waarop wordt
gejaagd. En terugvechten kunnen we niet...
|
|
|