Beldaran's Leestips
Beldaran geeft op
Ezzulia
en Pure
Fantasy wekelijks een leestip.
- Beldaran [04-05-2012]
Voor vandaag koos ik voor het recent verschenen 1e deel uit de Fantasy serie die
zijn oorsprong nu eens niet vindt in het Keltische, maar in de Noorse
mythologie.
De Asgardsage: Thor Wolfgang Hohlbein 2012
Een man zonder naam.
Een hamer in zijn vuist.
Een roedel wolven in de striemende sneeuw.
Een bliksemschicht splijt de wolken.
In de verte klinkt de donder.
Wie is deze man? Is hij - zoals sommigen geloven - Thor, de god van de donder?
En is hij gekomen om de mensheid te redden of te vernietigen?
Toen werd de kreet herhaald, hees ditmaal, maar nog veel wanhopiger. Met een
handigheid die hemzelf verraste stormde hij verder, zag een rechtstreekse weg
naar de diepte en sloeg hem zonder enig aarzelen in. Al spoedig klom hij over
messcherpe kammen en bevroren klippen en legde de laatste twee of misschien wel
drie manslengten af met een gewaagde sprong. Hij viel, kwam met een soepele
koprol en zonder zich te verwonden weer overeind, maar ergerde zich niettemin
enigszins aan zijn onhandigheid. Zon sprong had voor hem geen probleem moeten
zijn. Waarschijnlijk lag het aan de uitputting en aan de kou, die zijn spieren
grotendeels stram had gemaakt. Dat alles verhinderde hem niet zijn weg met
snelle pas te vervolgen. Weer hoorde hij iets geen kreet ditmaal, maar een
ander, veel onaangenamer geluid. Toen hij de bosrand aan de andere kant
bereikte, werd het erger. De indruk die hij van bovenaf op de rots had gehad,
klopte: hoewel het bos dor en bladerloos was, had het de storm toch genoeg
weerstand geboden om de sneeuw te laten opwaaien tot een meer dan manshoog duin,
dat onverwacht moeilijk te beklimmen bleek. De sneeuw was veel kouder dan hij
had verwacht en zo rul dat hij er tot zijn heupen in wegzonk. En toen het hem
eindelijk gelukt was de hindernis te overwinnen, struikelde hij over een lijk en
viel languit in de sneeuw. Woedend op zichzelf richtte hij zich op, spuwde een
mondvol sneeuw uit en keek om naar de oorzaak van zijn val. Het was het lichaam
van een vrouw van misschien veertig jaar. Ze was gehuld in gescheurde en met
bevroren bloed bezoedelde kleren; ze was uitgemergeld, had lang, onverzorgd haar
en handen vol littekens die getuigden van vele jaren hard werk, en ze zat onder
de verschrikkelijke wonden, waarvan hij de oorzaak niet precies kon duiden.
Sommige zagen eruit als diepe messteken; op andere plekken leken vuistgrote
stukken vlees simpelweg uit haar lichaam te zijn gescheurd. Ze was nog niet lang
dood. Haar huid dampte nog en de diepste van haar afgrijselijke wonden bloedden
nog, hoewel het bleke rood in de gruwelijke kou bijna ogenblikkelijk in ijs
veranderde. Hij vroeg zich af wat voor wezen in staat was een mens zo toe te
takelen. Moeizaam kwam hij overeind, verwijderde zich een paar struikelende
passen van het verscheurde lijk en keerde zich toen om zich over de dode te
buigen en het mes uit haar gordel te trekken. Een armzalig wapen, amper zo lang
als zijn hand, maar beter dan helemaal niets. Pas daarna zette hij zijn weg
voort.
Zie ook
http://www.hohlbein.net/neu/aktuelles.php
http://www.wbfantasy.nl/asgardsage/boek-i/extras
|
|
|