Voor vandaag koos ik voor een zeer recente uitgave, van een door mij zeer
gewaardeerde auteur, Markus Heitz. Net als in ‘Kinderen van Judas’, is Sia de
heldin van het verhaal, en een die zo als we geleerd hebben uit de vorige roman,
van aanpakken houdt, als het om haar vijanden gaat, en dat is niet zo vreemd als
je begrijpt dat ze tot de machtigste der vampiers behoort.
'Judaszoon' - Markus Heitz
-2011
De vampier Sia wil heeft maar een doel in haar leven, breken met haar duistere
verleden. Ze heeft er alles voor over om de band te verbreken met de
afstammelingen van de Kinderen van Judas, het machtige vampiergeslacht dat haar
heeft voorgebracht. Om volledig anoniem door het leven te gaan heeft ze zelfs
twee doodgewone baantjes aangenomen. Haar verlangen naar bloed weet ze echter
slechts met grote moeite te onderdrukken. Maar evengoed als haar omgeving
onwetend is van haar verleden, zo is ook niet bekend dat Sia, misschien wel om
haar schuld aan de samenleving in te lossen, de nachtelijke straten schoonhoudt
van demonen en andere wezens van de nacht.
Daarbij heeft Sia de zorg over twee mensenkinderen, Elena en Emma, die niets
weten van Sias afkomst en haar bloedige uitstapjes, laat staan van de
familieband die tussen hen bestaat. Als Marek, Sias halfbroer en haar grootste
vijand, in de stad arriveert, neemt Sias leven een onverwachte wending. Tegelijk
met Marek worden overal in de stad weerwolven en vampierhybriden gesignaleerd,
en Sia heeft er haar handen vol aan. De vraag is of ze wel in staat zal zijn
haar twee mensenkinderen te beschermen tegen de toenemende plaag van gruwelen
en, vooral, tegen de plannen van haar meedogenloze broer...
‘De winters in Oost-Duitsland kunnen koud zijn. Heel erg koud. De hemel was zo
helder dat je heel veel sterren kon zien en een ijzige wind joeg door de straten
en deed de versgevallen sneeuw rondwervelen. Tot een paar dagen geleden zou geen
inwoner van Leipzig hebben geloofd dat de temperatuur zo erg zou dalen. Door de
klimaatverandering, de opwarming van de aarde. Je zou er bijna naar gaan
verlangen. Sia schoof haar handschoen een klein stukje naar beneden en keek op
haar horloge. ‘Nog vijftien minuten,’zei ze tegen Jochem, haar collega. Ze
stonden bij de trap naar beneden die naar de binnenplaatst van het Moritzbastion
leidt, en hielden samen in de gaten of er alleen maar min of meer nuchtere en
vredelievend lijkende bezoekers de onderaardse bakstenen ruïne binnenkwamen. Van
de vestiging resteerden alleen nog de oude gewelven. De gastronomie had zich
daar een plaatst veroverd en de ruimtes met hun vele hoekjes en gaten en de
originele verbindingsgangen hadden het tot een zeer geliefde. Allerlei
manifestaties vonden er plaats. Dat het gebouw ooit als verdedigingswerk dienst
had gedaan, was in de vergetelheid geraakt. Niemand die zich op de dansvloeren
op de maat van de muziek liet meevoeren of bier in een nis zat te drinken, dacht
aan belegeringen, aan oorlog of dood. De tijden veranderen. Sia had zowel de
tijden als de mensen bij alle veranderingen gadegeslagen.'
Zie ook
http://www.mahet.de/site/
|
|