Voor vandaag koos ik, met dank aan de auteur en de uitgever, voor het vierde
boek van ‘De Fantasiejagers’. Dit vierde boek is weer iets dikker als het
vorige, en leest net als de eerdere delen weer lekker weg.
‘Droombeeld’ – Mel Hartman - 2011
De fantasiejagers: een groep mensen met uiteenlopende gaven die een opdracht
krijgen van de regeringen van Ratiowereld en Emowereld. Ze worden ingezet bij
het opsporen van niet-menselijke wezens uit de droomwereld die onze wereld
betreden. Beide werelden lijken op hun kop gezet. In onze wereld worden er
illegaal magische voorwerpen verkocht en komen de mensen meer in contact met hun
gevoelens. In tegenstelling tot de droomwereld waar de bewoners zich juist
afstandelijker en lustelozer gedragen. Bovendien verschijnen er overal vortexen
die chaos en paniek verspreiden. En waar is de Raad? Wanneer de problemen ook
nog eens de fantasiejagers persoonlijk treffen, lijkt de toestand hopeloos.
‘Kalon keek zijn ogen uit. Hoe Ratiowereld eruitzag, sloeg hem met verbazing.
Nee, verbazing was nog te zacht uitgedrukt. Zelfs na alle verhalen die hij van
Kate gehoord had, was hij er niet op voorbereid. Het leek wel alsof de kilte van
de omgeving tot in zijn diepste wezen doordrong, zodat hij moeizaam ademhaalde
en hij zijn hart voelde verstenen. De hemel had de kleur van gebleekt denim,
zwanger van de regen die nog moest vallen. Dit is onnatuurlijk, dacht Kalon,
onmenselijk. Wat is dit voor plaats?‘Kom.’ Kate legde een hand op zijn arm. ‘Ik
snap het. Dit effect had Ratiowereld de eerste keer ook op mij, maar we moeten
verder.’ ‘Verberg je tanden, wil je,’ gaf Gehlen aan. ‘We moeten de mensen niet
onnodig laten schrikken. Je bent hier, zeg maar, undercover.’ Kalon hoorde
Gehlen en knikte, maar bleef gefascineerd rond zich kijken. Kate troonde hem
mee. ‘We moeten eerst een luchtschip nemen. Ze zijn in Duitskeulen
gedetecteerd.’ Gehlen ging sneller lopen. ‘Baksteen staat klaar.’ Baksteen was
de bijnaam die Kate het vierkante luchtschip had gegeven. Ze hadden de
vlieghaven achter zich gelaten en gingen richting hun oude kantoor in Antwerpen.
Kalon zette snel zijn zonnebril op. Dat was niet alleen omdat zijn ogen te
gevoelig waren voor het licht, maar ook omdat hij genoeg had van het
deprimerende uitzicht. De kleurloze gebouwen, de nors kijkende gezichten en het
ontbreken van een spoortje groen. ‘Welke groep fantasiejagers gebruikt nu het
kantoor?’ vroeg Dille. Ze kon de anderen amper bijbenen, maar ze was dan ook de
kleinste van de bende. ‘Ik hoorde dat het de groep van Carmel was,’ antwoordde
Codie. Dille verschoof de laptop die op haar rug hing. ‘O, die. Ik heb ze wel
eens ontmoet.’ ‘Dat klinkt niet al te enthousiast.’ Codie keek Dille vragend
aan. ‘Nou… tja, we hebben eens woorden gehad. ‘
Zie ook
http://www.melhartman.net
|
|