Beldaran's Leestips
Beldaran geeft op
Ezzulia
en Pure
Fantasy wekelijks een leestip.
- Beldaran [03-12-2010]
Voor vandaag een speculatieve thriller met een historisch deel. Naast een aantal
goed neergezette personages. Lijkt het verhaal in het teken te staan van een
seriekiller, of toch niet, maar er is duidelijk meer aan de hand, veel meer…
Hij is onvoorspelbaar en kent geen genade. De doemsdagmoordenaar stelt de FBI in
New York voor een raadsel. Wat betekent vrije wil nog, als ons lot al eeuwen
vastligt?
‘Boek der Doden’ – Glenn Cooper - 2010
New York lijkt geteisterd te worden door een seriemoordenaar. Het enige wat de ‘doemsdag’-slachtoffers
linkt, is een witte briefkaart met daarop een doodskist, hun naam en de dag
waarop ze zullen sterven. Will Piper, profiler bij de FBI, wordt samen met de
jonge ambitieuze Nancy op de vreemde zaak gezet. Op geen enkele manier kan er
een verband tussen de moorden gelegd worden, totdat een kleine aanwijzing naar
het zeer geheime Area51 in de woestijn van Nevada leidt. Daar hoort Will een
verhaal dat zijn anders zo nuchtere en licht sceptische kijk op de wereld
volledig op zijn kop zet. Eind jaren veertig maakten de Britse president
Churchill en de Amerikaanse president Truman een afspraak over een bijzondere
ontdekking. Al sinds de middeleeuwen blijkt er een bibliotheek te bestaan waar
het grootste geheim van de mensheid bewaard wordt. Als dat uitkomt, zal de
paniek op de wereld niet te overzien zijn.
‘David? Ben jij dat?’ ‘Ja. Jij bent vroeg thuis,’ riep hij. ‘Hoe dat zo?’’
Vanuit de keuken hoorde hij haar terugroepen: ‘De getuigenverklaring werd
uitgesteld.’’De hond hoorde zijn stem en kwam in volle vaart uit een logeerkamer
aan de andere kant van het appartement rennen. Zijn pootjes kregen geen grip op
het gladde marmer, de poedel gleed uit en knalde als een ijshockeyer tegen de
muur. ‘Bloomberg,’ riep David, ‘hoe gaat het met mijn jongen?’ Hij zette zijn
tas neer en pakte de witte donsbal op, die met zijn roze tongetje zijn gezicht
likte terwijl hij enthousiast met zijn gecoupeerde staartje zwaaide. ‘Niet op
papa’s das plassen! Waag het niet. Brave jongen, brave jongen. Schat, is Bloomie
al uitgelaten?’ ‘Pete zei dat Ricardo hem om vier uur had uitgelaten.’
Hij zette de hond neer en pakte de post op, die hij zoals altijd dwangmatig
sorteerde. Rekeningen. Afschriften. Reclame. Privé. Zijn catalogi. Haar
catalogi. Tijdschriften. Briefkaart? Een simpele witte briefkaart, waarop met
zwarte inkt zijn naam en adres waren getypt. Hij draaide hem om. Er stond een
datum op: 22 mei 2009. En daarnaast een afbeelding die hem meteen een akelig
gevoel gaf. Hij zag de onmiskenbare contouren van een doodskist van zo’n
tweeeÅNnhalve centimeter groot, die met zwarte inkt was getekend. ‘Helen! Heb je
dit gezien?’ Zijn vrouw kwam de hal in, haar hoge hakken tikten een snel ritme
op het marmer. Ze droeg een zachtturquoise Armani-pakje, om haar nek hing een
dubbele streng cultiveÅLparels die tot vlak boven de aanzet van haar decolleté
reikte en de bijbehorende oorbellen speelden verstoppertje onder haar stijlvol
gekapte haar. Ze was zonder meer een aantrekkelijke vrouw. ‘Wat gezien?’ vroeg
ze. ‘Dit.’’ Ze pakte de briefkaart aan. ‘Wie heeft hem gestuurd?' ‘Er staat geen
afzender op,’ zei hij.
Zie ook
http://www.glenncooperbooks.com/content/index.asp
|
|
|