Voor vandaag het derde deel uit een Fantasy serie, die als je niet beter zou
weten, vanwege de kwaliteit toe zou schrijven, aan een ouwe rot in het vak.
‘Maanhoedster’ – Thirza Meta
- 2010
De maan wordt roder, voller, dreigender. De krachten van de Maanhoedster groeien
elke nacht, onzichtbaar voor het blote oog.
Na zijn aanvaarding door Nimhènih de AardVrouwe vertrekt Levorin naar de
Klaterbergen, in het gezelschap van Tynaela en Eblian. De snelste weg is via een
Stenen Deur, die echter niet helemaal is wat hij oogt te zijn.
Kapitein Thraës wordt tegen zijn zin door generaal Masani naar de Pas van
Thulaman gezonden, in het Oostelijke Continent. De legermacht van drie
compagnieën wordt evenwel staande gehouden aan de grens met het keizerrijk
Javora en ontboden in de gouverneursburcht op de Thargavlakte.
Sayath wordt na een pijnlijke confrontatie met haar vader voor een bijzonder
zware keuze gesteld. Verteerd door frustratie en wanhoop, door de pijn die haar
vaders khalard haar toebrengt, neemt ze een beslissing die niet alleen haarzelf
maar ook anderen treft.
De Westersgezinde Ivatha Shihardi ziet in dat de Ivatha’li hun krachten moeten
bundelen om de boekenstormen in het Oostelijke Continent het hoofd te bieden.
Alleen, zal Ivatha Maólin bijtijds die mening delen?
Alvitiria wendt intussen haar eigen oude magie aan, de feàrna, om het Patroon
dat haar met haar Lotsverbondenen verbindt, te versterken. Daartoe dient ze haar
eigen essentie uit de Witte Wortelboom te laten wegsijpelen.
Vai’Sayan piekert in zijn Zwarte Wortelboom. Zich onbewust van het gekonkel van
zijn Discipelen gaat hij ervanuit dat hij precies weet wat hij aan zijn
ondergeschikten heeft. Juist daarin zou hij zich wel eens cruciaal kunnen
vergissen.
Fayle waarschuwt Kashtor’Mae dat het nakende gevecht niet tegen Vai’Sayan zal
gestreden worden, maar tegen de Maanhoedster wier haat voor de wereld alleen
maar intenser wordt. Meer nog, het zou een strijd zijn die het Licht niet alleen
aankan. De hulp van de Nacht zal moeten worden ingeroepen. De grootste
bezorgdheid geldt echter het vervloekte boek Isangraille, dat nu in het bezit is
van Shin’Kahdir. De jongen die zich steeds vaker gekweld voelt door die andere
aanwezigheid, stal het boek uit Isaghe en nam de Havarlitovenaar Nonyas
gevangen. Hij reist langs de schone Rivier op bevel van de Maanhoedster,
wachtend, hopend, verlangend om het boek te openen…
‘De wereld brak. De aardkorst beefde en scheurde, bossen werden ontworteld of
verzwolgen door huizenhoge golven, vuur vloeide als bloed uit de wonden die door
Mashangers keuze waren veroorzaakt. Zeríans essentie huilde in de Tussenwereld.
Haar interventie had gewerkt, zoveel wist ze intussen. Ze was, zoals ze had
bedoeld, geïncarneerd in een jong lichaam, een sterke vrouw met een schrandere
geest en brede visie op de wereld. Ze had getracht de opkomende duisternis due
Vai’Sayan over de wereld afriep, te stuiten, maar ze had geen rekening mee
gehouden dat het kind van wie eertijds sprake was in de oude profetie, effectief
tot het breken van de wereld zou leiden. Ze had nooit beseft dat zowel zijn
moeder als zijn vader de jongen zou dwingen om een van hen te kiezen, en dat
Zerían zelf in het middelpunt van de strijd zou staan.’
|
|