Voor vandaag een recent verschenen horrorroman, ��n waar het gebeuren, de
terugkeer van de doden, op zich al eng genoeg is, maar de echte verschrikking
zit in het gegeven hoe de personages uit dit verhaal omgaan met deze horror.
�De Doden keren Terug� �
John Ajvide Lindqvist � 2008
Na een langdurige hittegolf is de lucht boven de stad plotseling geladen met
elektriciteit. Lichten kunnen niet meer uit, machines draaien onafgebroken door.
De toestand is chaotisch. Maar even plotseling als de situatie is ontstaan, is
ze opgelost. Toch is er iets veranderd. Journalist Gustav Mahlier, gepensioneerd,
ontvangt een telefoontje van het ziekenhuis. De doden in het mortuarium zijn
wakker geworden. Geldt dit nu ook voor zijn kleinkind, dat hij onlangs heeft
begraven? Elvy, die haar man tot aan zijn dood heeft verzorgd, schrikt midden in
de nacht wakker. Wie staat daar voor de deur? De doden keren terug. En ze willen
wat iedereen wil: thuiskomen. Maar is er plek voor hen.
�Hij bleef staan, toetste het nummer opnieuw in, maar kreeg geen verbinding.
Alleen een statische ruis. De man in de telefooncel gooide de hoorn op de haak
en kwam vloekend de telefooncel uit. David schakelde zijn mobiel uit om het
daarna opnieuw te proberen, maar het scherm doofde niet. Een zweetdruppel viel
van zijn voorhoofd op de toetsen. De telefoon voelde onnatuurlijk warm aan,
alsof de batterij oververhit geraakt was. Hij drukte op het uitknopje, maar er
gebeurde niets. De display bleef aan en de ladingsindicator van de batterij ging
een streepje omh��g. Het was 21.05 uur en hij liep snel naar Norra Brunn. Van
een afstand hoorde hij al dat de voorstelling in het restaurant was begonnen. De
stem van Benny Lundin dreunde buiten over straat, hij stak zijn verhaaltje af
over de verschillende toiletgewoonten van mannen en vrouwen en David trok een
gezicht. Tot zijn vreugde hoorde hij geen gelach bij de punchline. Het was even
stil en op het moment dat David bij de ingang kwam, pakte Benny de volgende
draad op: over condoomautomaten die het laten afweten als je ze het hardst nodig
hebt. David bleef bij de ingang staan en knipperde met zijn ogen. Het hele
lokaal was felverlicht. De zaalverlichting, die normaal gesproken uitging om de
spot op het toneel extra uit te laten komen, brandde volop.�
|
|