In de 2e helft jaren van de �80 werd horror minnend Nederland getrakteerd op een
drietal korte verhalen bundels van een tot dat moment nog onbekende auteur, de
zogeheten �Boeken van Bloed�. Het werd spoedig gevolgd door zijn debuutroman,
een horrorroman die naast het nodige griezelwerk, uitblinkt in karakters, en
drama. Deze topper zorgde er terecht voor, dat de toen nog jeugdige auteur, zijn
plaats in kon nemen te midden van de grootmeesters van de horror. Sindsdien
heeft hij zich niet alleen ontwikkeld tot een veelzijdig kunstenaar, maar ook
tot een auteur met een geheel eigen stijl en verbeelding.
"Duivelsspel": Clive Barker,
1989
"Het was een vreemde ziekte. De symptomen leken op die van een heftige
verliefdheid - hartkloppingen, slapeloosheid. Maar de enige remedie was de dood..."
Zolang Marty Strauss zich kan herinneren wordt zijn leven beheerst door het
noodlot. En nu lijkt het geluk hem eindelijk gunstig gezind. Net uit de
gevangenis ontslagen wordt hij lijfwacht van Joseph Whitehead, een van de
rijkste mannen van Europa. Maar Whitehead heeft met het lot gespeeld - een oud
spel dat hem een geweldige macht en rijkdom verschafte, in ruil voor zijn
onsterfelijke ziel. Nu zijn de krachten waartegen Whitehead speelde teruggekomen
om hun rechten op te eisen. Angstaanjagende krachten met de macht om zelfs de
doden te doen herrijzen. En Marty zit gevangen tussen zijn menselijke en zijn
duivelse meesters. Hij begint wanhopig aan de allerlaatste ronde van het spel...
�Op de dag dat de dief door de stad liep, was de atmosfeer sterk elektrisch
geladen. Hij wist zeker dat hij de kaartspeler wanavond, na zoveel
teleurstellende weken, eindelijk zou ontdekken. Het was een ongemakkelijke tocht.
Vijfentachtig procent van Warschau was met de grond gelijkgemaakt, hetzij door
de maandenlange beschietingen met mortiergranaten voordat de stad door de Russen
was bevrijd of door het systematische plan van vernielingen dat de nazi�s hadden
uitgevoerd voordat ze zich hadden teruggetrokken. Er waren bepaalde gedeelten
waar niet met een voertuig doorheen te komen was. Bergen puin verstopten de
straten en koesterden hun doden alsof het bollen waren die op het punt stonden
in het warmer wordende lenteweer uit te komen. Zelfs in de meer toegankelijke
districten zwaaiden de eens zo elegante voorgevels vervaarlijk heen en weer op
hun krakende fundamenten. Maar nadat hij hier al bijna drie maanden zijn vak
uitoefende, was de dief eraan gewend geraakt zich een weg te banen door deze
stenen woestenij. Hij had zelfs plezier in de uitgestorven pracht: de uitzichten
werden lila gekleurd door het stof dat nog steeds uit de stratosfeer neerdaalde;
de pleinen en snelwegen waren onnatuurlijk stil. Hij had het gevoel dat hij zich
op verboden terrein bevond, dat het er aan het einde van de wereld ook zo zou
uitzien. Overdag waren er nog een paar overgebleven ori�ntatiepunten, een
verloren wegwijzer die te zijner tijd wel afgebroken zou worden en waarop de
reiziger zich kon ori�nteren. De gasfabriek bij de Poniatowskibrug was nog
herkenbaar, evenals de dierentuin aan de andere kant van de rivier. Ook de punt
van de torenklok van het centraal station was te zien, hoewel de klok zelf
allang verdwenen was, Deze dingen en nog een paar andere geschonden uitingen van
Warschau� s schoonheid hadden het overleefd. Maar zelfs de dief voelde hun
trillende, schrijnende aanwezigheid. Hij hoorde hier niet thuis. Hij had geen
thuis, al tien jaar lang niet meer. Hij was een zwerver en een aasgier en voor
korte tijd had Warschau voldoende te bieden om hem hier te houden.�
Meer weten over Clive Barker?
http://www.clivebarker.com/
|
|