Voor vandaag koos ik het spannende en alles behalve stadaard eerste deel van
de serie �De Heksenmeesters van Saramyr� Eerder verschenen van de hand van deze
auteur, de afgeronde en goed te lezen romans �De Vloek van Alaizabel Cray� en
�Gif�
�Kaiku was twintig oogsten oud toen ze voor het eerst stierf. Ze kon zich niet
herinneren hoe ze hier was terechtgekomen. Haar herinneringen ontschoten haar,
glibberig door de extase, door het gevoel van vredigheid dat elke vezel van haar
lichaam doordrong. En het schouwspel, oh, het schouwspel zou de tranen in haar
ogen hebben doen springen als ze nog huilen kon. In haar ogen was de wereld een
gouden schemering. Vele miljoenen draden verdrongen zich in haar gezichtsveld,
golvende draden die steeds verschoven. Ze trokken zachtjes aan haar, plaagden
haar, voerden haar ongehaast mee naar een ongeziene bestemming. E�n keer weken
de draden uiteen en omlijsten ze een gedaante die ertussen doorgleed, een verre
glimp van iets groots en wonderbaarlijks, zoals de walvissen die ze vroeger vaak
zag rondzwemmen voor de kust bij Mishani�s vakantiehuisje. Ze wilde haar beter
bekijken, maar binnen een fractie was zij verdwenen en achter haar had het
tapisserieweefsel zich weer aaneengehecht. Dit zijn de Weiden van Omecha, dacht
ze. Aan de andere kant: dat was toch niet mogelijk? Ze was de Poort nog niet
gepasseerd en ze had ook de bewaker ervan nog niet gezien: Yoru, de lachende
dwerg met zijn dikke buik, rode huid en varkensslagtanden en �oren, en met in
zijn handen de bodemloze wijnkruik die hem was geschonken Isisys om zijn eeuwige
waken te verlichten. Nee, dit waren dus nog niet de Weiden; het was slechts de
toegangsweg naar de Poort, het zachte pad dat leidde naar de ingang van het rijk
van de gezegende overledene.�
De Wevers van Saramyr � Chris
Wooding � 2005
Vreemde wezens en shin-shins dwalen over de vlakten en door de wouden van het
oeroude, uitgestrekte land. Veel goeds hebben ze niet inde zin. Dat ondervinden
twee jonge vrouwen. Asara en Kaiku, als ze ternauwernood ontsnappen aan een
groepje jagende wevers, de afschuwlijke-meedogenloze shin-shins. Elders maakt de
zittende erfgenaam van de keizerlijke bloedlijn van Saramyr zich grote zorgen.
Door de eeuwen heen hebben de keizerlijke afstammelingen advies en bijstand
genoten van hun adviseurs, de geheimzinnige en altijd gemaskerde wevers van
Saramyr. Over hun herkomst, identiteit en ware aard verschillen de meningen.
Zeker is dat de wevers een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de harmonie
in Saramyr. Zo zien de wevers er scherp op toe dat geen jonggeborene, ongeacht
of het nu een mens of anderszins betreft, die afwijkt van de door de wevers
gestelde norm, het machtsevenwicht verstoort. En volgens die norm is het
dochtertje van Anais, Lucia gedoemd te sterven. Hoewel de keizerlijke macht
groot genoeg is om Anais en Lucia � voorlopig � met rust te laten, gonst en
broeit het op het magische web dat alle wevers met elkaar verbindt van de snode
plannen en aanzetten tot verregaande samenzweringen. Hoe lang nog zal Anais
vanuit haar residentie de gestaag uitdijende macht van de wevers kunnen
weerstaan? De krachtmeting tussen de twee grootheden, keizerlijke macht en
weversmacht, die de oude verhoudingen voorgoed zal verstoren, laat niet lang op
zich wachten.
|
|