Voor vandaag een historische roman waarin het wel en wee van een groep
eilandbewoners wordt beschreven die op zoek gaan naar nieuw land om zich te
vestigen, dorpen te bouwen, erts te winnen, land te bebouwen, wegen aan te
leggen � kortom �
'De Kolonisten van Catan' � Rebecca Gabl� ism Klaus Teuber, de
ontwerper van het spel � 2005
Ergens rond het jaar 850 na Christus wordt het dorp van de vrienden Osmund en
Candamir in het Noorden van Duitsland aangevallen en verwoest. Ze gaan op zoek
naar een nieuwe omgeving om een toekomst op te bouwen. Na een zware reis vol
ontberingen vinden ze een geschikt eiland. Ze noemen het: Catan. Het opbouwen
van een nieuw bestaan verloopt niet zonder horten of stoten. Het verleden botst
met de vernieuwingen en zet de levenslange vriendschap tussen Osmund an Candamir
onder zware druk.
�Toen de maan opging, kwamen Osmund en de anderen terug van het feest �
stomdronken. Ze wankelden door de branding en hadden zichtbaar moeite om de
schepen te bereiken. Berse bleef halverwege staan, legde zijn hoofd in zijn nek
� misschien om de sterren te bewonderen � en viel met een doffe plons
achterover. Een van zijn zoons viste de oude man uit het water. Ook Candamir
ging van boord en waadde Osmund tegemoet. Hij wist maar al te goed hoe zinloos
het was om een dronken man verwijten te maken maar ergerde zich. Waarom hadden
ze zich bij die vreemden zo laten vollopen? Dat was toch onvoorzichtig? �Heb bij
de koning de driekoppige hond gezien,� lalde Osmund. �Naast een groene draak
natuurlijk,� bromde Candamir. �Geloof je me niet?� vroeg Osmund boos. Hij maakte
zich los en duwde hem weg. �En wie ben jij eigenlijk?� Candamir staarde hem
niet-begrijpend aan. Na het genot van honingwijn zag Osmund vaak rare wezens,
maar d�t was nog nooit voorgekomen. �Candamir, natuurlijk. Begi!
nt het te dagen?�Osmund was in het maanlicht ziekelijk bleek en hijgde alsof hij
gerend had. �Ik zweer dat ik je nooit gezien heb.� Cabdamir werd kwaad maar
vooral bang, en was voor deze ene keer degene die kalm bleef. �Toch ben ik je
vriend. Kom aan boord en rust uit. �Morgen praten we verder.� �Mij best�� bromde
Osmund wantrouwig.�
|
|