Naast deze voor Nederland eerste roman, geschreven in de 1e persoon, kwam
Meulenhoff in '01 met 'Zwart Licht', waarin de schrijfster terugkeert naar de
wereld van de Benandanti. 'Zwart Licht' is goed maar de keuze van vandaag vind
ik super. Je zou de schrijfster kunnen vergelijken met Clive Barker. Het verhaal
heeft naast spanning en drama, een erotische lading, duistere en gotische
trekjes.
'De Maangodin'- Elizabeth Hand
- '00
De University of the Atchangels and Saint John the Devine is niet zomaar een
universiteit. Hier worden studenten ingewijd in eeuwenoude heksenpraktijken en
magische rituelen. Minder bekend is dat de universiteit - een geheimzinninge
plek waar dag en nacht verlichte altaren bewaakt door stenen engelen de sfeer
bepalen - ook de thuisplaatst is van de Benandanti, een sekte die zich ten doel
heeft gesteld de herrijzenis van de Maangodin, een uiterst duistere macht te
voorkomen. Nog minder bekend is dat de Benandanti door de eeuwen heen elke
regering, elke religie en elk invloedrijk instituut middels ontoelaatbare
praktijken manipuleerden.
De sympathieke Katherine Sweeney Cassidy ontdekt bij toeval het bestaan van de
Benandanti, die ook de universiteit besturen. Aanvankelijk besteedt ze er weinig
aan. Immers, de campus is voor haar in de eerste plaats een plek om te
experimenteren, om vrienden te maken, een tijd van vrijheid en ontdekkingen.
Zoals met Olivier en Angelica, wier heftig liefdesleven, bij voorkeur beleefd
onder de volle maan, direct aanzet is tot de wederopstanding van de Maangodin�
�Ik staarde naar hem, evenzeer aangetrokken als de eerste keer dat ik zijn
ge�xalteerde jongensschoonheid had gezien. Maar nu hing er iets echt
verschrikkelijk om Olivier heen: niet meer die nonchalante houding van de
jeugdige adolescent, maar een sfeer van verwoesting en verval. Zijn ogen stonden
leeg en keken tegelijkertijd bijna op demonische wijze intens. Hij wiegde heen
en weer, heen en weer, zijn gewicht verplaatsend alsof het hem pijn deed om lang
op een voet te blijven staan. Abrupt liep hij ineens weg van Angilica, met een
vreemde sukkelgang, meer als een gewond dier dan als een mens. �Olivier� riep
Angelica hem na. Maar in plaats dat Olivier zich naar toe wende, bleef hij staan
en keek hij mij aan��
|
|