Voor vandaag heb ik gekozen voor het tweede en zelfstandige vervolg van een
deels historische en deels hedendaagse thriller, en recent uitgebracht. Het
eerste boek ‘Boek der Doden’ tipte ik al eerder, dd 3 dec 2010 waarin naast de
nodige spanning en goed neergezette personages, een zeer oude en obscure
middeleeuwse Bibliotheek een zeer belangrijke plaats in neemt.
In de boeken van de geheime Bibliotheek der doden is het lot van iedereen
vastgelegd… Tot 2027. Wat staat de mensheid dan te wachten en waarom mist er één
boek?
‘Boek der Zielen’ - Glenn Cooper – 2011
Alleen een handjevol mensen weet van het bestaan van de Bibliotheek der doden.
Maar de Bibliotheek is niet compleet: één boek, dat de sleutel tot het grootste
geheim allertijden vormt, mist. Voormalig fbi-agent Will Piper probeert in
opdracht van de stervende Henry Spence het missende boek in handen te krijgen.
Dit boek moet antwoord geven op de vraag van Henry, waarom de Bibliotheek stopt
bij het jaar 2027. Wat gebeurt er dan met de wereld? Will ontdekt hoe dit
exemplaar is verdwenen, en ook dat het een grote inspiratie voor Calvijn,
Nostradamus en Shakespeare heeft gevormd. Maar vanuit de hoogste regionen van de
Amerikaanse macht wordt er op hem en zijn geliefden gejaagd, opdat de
gevaarlijke waarheid over het lot van de wereld niet zal uitkomen.
‘Hij probeerde in gedachten een snelle berekening
te maken, maar omdat er geen paginanummers waren aangebracht, kon hij alleen een
schatting maken – er stonden ruim honderdduizend namen in het boek.
‘Verbazingwekkend,’ mompelde hij. ‘Martin wist niet goed wat hij ervan moest
denken. Hij dacht dat het een of ander gemeenteregister was. Hij zei dat jij
misschien wel een idee had wat het zou kunnen zijn.’ ‘Ik heb er wel meer dan
een, maar helaas kom ik daar niet verder mee. Kijk eens naar die bladzijden.’
Hij hield een vel tussen duim en wijsvinger omhoog. ‘Dit is geen papier. Het is
perkament van uitstekende kwaliteit. Ik weet het niet zeker, maar volgens mij is
het kalfsperkament, de crème de la crème. De huid van een ongeboren kalf, in
water geweekt, dan in kalkwater, vervolgens geschraapt en opgespannen. Dat wordt
gebruikt voor de schitterendste verluchte manuscripten, niet voor zoiets banaals
als een gemeenteregister.’ Hij bladerde door het boek, maakte af en toe een
opmerking en wees zo nu en dan met zijn in wit katoen gehulde wijsvinger naar
een bepaalde plek. ‘Het is een geboorte- en overlijdenskroniek. Kijk eens hier:
“Nicholas Amcotts 13 1 1527 Natus.” Kennelijk wordt hier vermeld dat ene
Nicholas Amcotts op 13 januari 1527 werd geboren. Dat is duidelijk. Maar kijk
eens naar de regel eronder. Zelfde datum: “Mors”, overleden, maar dat zijn
Chinese karakters. En de regel daaronder: nog een overlijden, Katherlin Banwartz,
duidelijk een Duitse naam, en kijk eens naar deze hier. Als ik me niet vergis,
is dat Arabisch.’ Binnen een mum van tijd had hij Griekse, Portugese,
Italiaanse, Franse, Spaanse en Engelse namen gevonden en een aantal woorden in
het cyrillische schrift, in het Hebreeuws, Swahili, Grieks en Chinees. Er waren
enkele talen die hij niet kon thuisbrengen. Hij mompelde iets over Afrikaanse
dialecten. Hij drukte peinzend zijn gehandschoende vingertoppen tegen elkaar.
‘Wat voor stad heeft zo’n diverse populatie, laat staan zo’n grote populatie in
1527? En hoe zit het met die perkamentvellen? En deze nogal primitieve boekband?
Die wekken de indruk dat we hier te maken hebben met iets van ver voor de
zestiende eeuw. Voor mijn gevoel komt het uit de middeleeuwen.’ ‘Maar er staat
1527 op.’ ‘Dat klopt, ja. Dat had ik ook gezien. Hoe dan ook, die indruk heb ik
ervan, en ik schuif mijn intuïtie niet zomaar terzijde; en dat zou jij ook niet
moeten doen. Ik denk dat we het oordeel van een paar academische collega’s
moeten vragen.’ ‘Wat zou het waard zijn?’ ‘Geen idee. Wat het ook mag zijn, het
is een bijzonder boekwerk, een curiositeit, een uniek stuk. En verzamelaars zijn
dol op unieke stukken. Laten we ons op dit moment niet druk maken om de waarde
ervan. Ik denk dat we er wel bij zullen varen.’ Hij droeg het boek voorzichtig
naar het uiteinde van de tafel en legde het iets apart van de andere, alsof het
een ereplekje kreeg. ‘Laten we de rest van de Cantwell-collectie maar eens
bekijken, oké? Dan kun je die in de computer invoeren; daar ben je wel even mee
bezig. En als je daarmee klaar bent, wil ik dat je elk boek bladzijde voor
bladzijde doorbladert om te controleren of er misschien brieven, handtekeningen,
postzegels enzovoort tussen zitten. Onze cliënten krijgen niets voor niets,
nietwaar?’ ’s Avonds, toen Nieve allang naar huis was, ging Toby terug naar het
souterrain. Hij liep snel langs de Cantwell-collectie, die op drie lange tafels
lag uitgestald. Op dat moment wekten de boeken net zo weinig interesse in hem op
als een lading oude Hello!-tijdschriften zou hebben gedaan. Hij liep
rechtstreeks naar het boek dat de hele dag in zijn gedachten was geweest en
legde zijn ongehandschoende handen langzaam op het soepele leer. Later zou hij
volhouden dat hij zich op dat moment emotioneel verbonden voelde met het
levenloze object, een gevoel dat totaal niet paste bij een man die geen enkele
neiging had tot dergelijke zweverige onzin. ‘Wat ben je?’ vroeg hij hardop. Hij
had eerst gecontroleerd of er niemand in de buurt was, aangezien hij het idee
had dat tegen boeken praten bij Pierce & Whyte niet bevorderlijk was voor je
carrière. ‘Waarom vertel je me je geheimen niet?’
Zie ook
http://www.glenncooperbooks.com/content/index.asp
|
|