Voor vandaag, met dank aan de uitgever Kramat, het op zich zelf staande vervolg
van ‘Jachtmaan’ (eerder verschenen als ‘Vârcolac’) waarin Tisa Pescar niet
alleen opnieuw laat zien, dat ze weet hoe om te gaan met spanning en drama. Maar
of dat nog niet genoeg is, komt ze ook nog eens met een verrassing o.g.v. het
bovennatuurlijke.
‘Wolfmaan’ – Tisa Pescar -
2009
Alweer bijna tien jaar geleden werd de vloek, die op Cat, Maire, Eris, Radu en
Pascal rustte, doorbroken. Het leven in hun afgelegen huis in het Franse bos
lijkt in rustig vaarwater te zijn gekomen. Maar schijn bedriegt. Elke avond
worden er foto's aan hun adres afgeleverd, getuigend van de zieke geest van een
onmenselijk monster dat uit is op wraak. Dat deze wraakzucht levens zal gaan
kosten lijkt onvermijdelijk. Wat is het op de foto's, dat de huisgenoten in
woede doet ontsteken? En wat is ernstig genoeg om Cat ertoe te brengen
gevaarlijke bovennatuurlijke krachten om hulp te vragen? Gaandeweg geeft het
eeuwenoude document geheimen prijs, waar de vrienden liever niets van hadden
willen weten. Hen wordt echter geen keus gelaten. Achtervolgd door geesten uit
het verleden, raken zij in de ban van een zenuwslopende race tegen de klok, of
liever gezegd… tegen de maancyclus.
‘Ik ga mijn echtgenoot vermoorden. Nooit gedacht dat het nog eens zover zou
komen. Eigenlijk is het euthanasie, maar omdat zelfdoding geen optie is, mag ik
het vuile werk opknappen. Geweldig. We hebben alle mogelijkheden uitgebreid
besproken. Messen, pistolen en andere wapens zijn afgevallen, te bloederig. Een
strop vinden we teveel gedoe. Die schijn je op een bepaalde manier te moeten
knopen. We weten geen van allen hoe dat gaat. De mogelijkheid 'slaaptabletten'
is eveneens van tafel geveegd. De kans dat hij na een overdosis pillen gewoon
wakker wordt, is niet ondenkbaar. Bovendien zal hij ze eigenhandig moeten
innemen. Dan wordt het toch nog zelfmoord. Dat mag niet. Zijn dood moet
gruwelijk zijn. Op die manier weten we zeker dat we ons doel zullen bereiken. Ik
ga op zoek naar wolfskers en gevlekte scheerling. In de giftuin, achter de
boerenhoeve waarin we wonen, trek ik de zwarte besjes en de op peterselie
lijkende bladeren voorzichtig van de stengels. De zon staat hoog aan de hemel.
Overal bloeien kleurige bloemen. Insecten vliegen af en aan. Het getjilp van
honderden krekels klinkt als muziek in mijn oren. 'Een schitterende dag voor
moord,' kan ik niet laten hardop te zeggen. Ik trek nog een gekarteld blad los
en leg het in mijn rieten mand. Ik begin een vrolijk deuntje te fluiten.
Natuurlijk draag ik handschoenen. Met gif kun je niet voorzichtig genoeg zijn.
Het zou wel heel onnozel zijn als ik mezelf per ongeluk om zeep hielp. Ik vraag
me af of Radu - zo heet mijn man - daar de humor van zou inzien. Waarschijnlijk
niet. Zodra mijn mand vol is, ga ik naar de keuken. Ik kneus de bessen en
bladeren en vang het vocht op in een glazen schaal. De scheerling stinkt naar
muizenurine. Het bessensap verspreidt een zoetige geur. Voorzichtig vul ik een
injectiespuit met de vloeistof. Ik begrijp niet waar Radu het lef vandaan haalt
om op deze manier een eind aan zijn leven te laten maken. Ikzelf zou al minstens
duizend doden zijn gestorven voor het zover was. Misschien werkt het bij hem ook
zo, maar laat hij het niet merken, omdat hij bang is dat de moed mij dan in de
schoenen zinkt. Hij heeft moeten praten als Brugman om mij zover te krijgen dat
ik voor beul speel. Onze drie huisgenoten sprongen zowat een gat in de lucht
toen ik akkoord ging. Het betekende namelijk dat plan B 'strootjes trekken' van
de baan was. Als het niet om moord ging, zou het komisch zijn geweest.’
Zie verder
http://www.tisapescar.com/
|
|