DE SCHAPEN VAN GLENNKILL
2005, Amsterdam: De Boekerij, 304pag., ISBN 90-225-4334-X,
vert.van:
Glennkill : Ein Schafskrimi (2005), vert.uit
het Duits: Ingrid Mersel
omslagontwerp en illustratie: marliesvisser.nl
'Gisteren was hij nog gezond.' zei Maude. Haar oren trilden
nerveus.
'Dat zegt helemaal niks.' antwoordde Sir Ritchfield, de oudste ram van de kudde.
'Hij is immers niet aan een ziekte gestorven. Een spade is geen ziekte.'
De herder lag naast de hooischuur, niet ver van de veldweg, roerloos in het
groete Ierse gras. Op zijn Noorse wollen trui was één kraai geland die met
professionele belangstelling in zijn innerlijk tuurde. Naast hem zat een heel
tevreden konijntje. Iets verderop, vlak bij de steile kust, ware de schapen in
vergadering bijeen.
Op een ochtend ligt de Ierse schaapherder George Glenn
onbeweeglijk in het gras. Er steekt een spade in zijn borst. George' schapen
zijn ontzet: wie heeft hem omgebracht? Miss Marple, het slimste schaap uit de
kudde is geïntrigeerd door de moord. Maar hoe vind je als schaap een moordenaar?
En wat dan? Misschien is het beter om maar gewoon verder te grazen of er niets
gebeurd is. De schapen besluiten om voor gerechtigheid te zorgen. Het toeval wil
dat George zijn schapen ooit een detective voorlas en dat ze dus niet totaal
onvoorbereid zijn op hun taak. Met hun schapenlogica bijten ze zich vast in de
speurtocht en ondanks de vele misverstanden zijn ze niet van de wijs te brengen.
Maar als het de schapen uiteindelijk lukt om de raadselachtige dood van hun
herder op te lossen staan ze vervolgens voor het volgende probleem: hoe maken ze
dit aan de mensen duidelijk?