Fantastische vertellingen en toekomstverhalen
samengesteld door Manuel van Loggem
1982, Amsterdam: Meulenhoff, 364pag., ISBN 90-290-1106-8, omslag: Zeno
bevat:
-
LOGGEM, Manuel van: DROMEN EN SPROOKJES. Inleiding
-
BLIJSTRA, Rein (1901): GODEN VALLEN UIT DE HEMEL
uit: HET PLANETARIUM VAN OTZE OTZINGA, 1962
-
BELCAMPO (1902): HET PLAN KRUUTNTOONE
uit: DE VERHALEN VAN BELCAMPO, 1947
-
BOON, Louis Paul (1912): DE TRIESTIGE MEREL
uit: BLAUWBAARDJE IN WONDERLAND, 1962
-
MORRIËN, Adriaan (1912): DE ENGEL
uit: MENS EN ENGEL, 1964
-
CARMIGGELT, Simon (1913): GLAASJE DRAAIEN
uit: ALLEMAAL ONZIN, 1948
-
LANS, Carl (1913): EGEÏSCHE ZEE
uit: WERELDEN ONDER DE HORIZON, 1970
-
LOGGEM, Manuel van (1916): EEN GEUR VAN HOGER HONING
uit: GANYMEDES 2, 1977
-
OLTHUIS, Marty (1918): HOU M'N HAND VAST, ZEI DE POES
uit: EVEN OGEN DICHT, 1966
-
LAMPO, Hubert (1920): DE ZOON VAN MENEER DAVIDSON
uit: DE VINGERAFDRUKKEN VAN BRAHMA, 1972
-
HERMANS, Willem Frederik (1921): EZELSOREN
uit: MOEDWIL EN MISVERSTAND, 1948/1966
-
RODENKO, Olga (1924): VIJFTIGJARIG JUBILEUM
uit: ANTICHAMBREREN, 1979
-
LEONARD, Ef (1924): LANDING
uit: HET KONINKRIJK DER KIKKEREN IS NABIJ, 1971
-
WOLKERS, Jan (1925): GEVEDERDE VRIENDEN
uit: GESPONNEN SUIKER, 1963
-
BURKUNK, Wim (1925): NIEUWE HARING
uit: MORGNE 2, 1971
-
MULISCH, Harry (1927): KROONPRINS
uit: HET MIRAKEL, 1955/1962
-
CLAUS, Hugo (1929): EEN IDYLLE VERBROKEN DOOR EEN CONCIËRGE
uit: NATUURGETROUW, 1954
- RAES,
Hugo (1929): DE DESINTEGRATIE
uit: LINKS VAN DE HELIKOPTERLIJN, 1957/1974
-
RUYSLINCK, Ward (1929): DE SNEEUWBUI
uit: DE OEROUDE VIJVER, 1966
-
CAMPERT, Remco (1929): HET MEISJE MET DE BAARD
uit: ALLE DAGEN FEEST, 1955
- UYL,
Bob den (1930): DE GROTE KLAP
it: DE BLOEDENDE TREIN, 1980
-
HERZEN, Frank (1933): EN ZONDAGS EEN STUKJE VLEES
uit: EN ZONDAGS EEN STUKJE VLEES, 1968/1979
-
SIMHOFFER, Kees (1934): DE HOED VAN DE DOOD
uit: EEN BEEN ONDER HET ZAND, 1967/1978
-
GRIJS, Piet (1936): DE DOUCHE
uit: ZINNIG TUIG, 1971
-
CHAPKIS, Raoul (1936): SLEUTELTJE
uit: ZES DAGEN ONBEDACHTZAAMHEID KAN MAKEN DAT MEN EEUWIG SCHREIT, 1966
-
QUINTANA, Anton (1937): SPIEGELBEELD
uit: NATUURLIJKE VIJAND, 1980
-
HELLINGA, Gerben (1937): KONING
uit: ALGEMEEN HANDELSBLAD, 1968
-
HERCK, Paul van (1938): REGEN
uit: DE CIRKELS, 1965
-
HAMELINK, Jacques (1939): VISIOENEN VAN DE STAD GLAMORRHEE
uit: AFDALINGEN IN DE INGEWANDEN, 1974
- GOEN,
Bob van der (1940): HET GELUID
uit: MORGEN 5, 1973
-
ANDRIESSE, Peter (1941): DE VERZAMELING
uit: VERBODEN TE JODELEN, 1969
- REEN,
Ton van (1941): STARS AND STRIPES
uit: DE ZONDVLOED, 1977
-
COMMIJS, Harry (?): UIT HET TIJDSCHRIFT VOOR WETENSCHAPPEN
uit: MORGEN 4, 1973
-
CUIJPERS, Peter (1944): DE HANDEN GEWASSEN IN ONSCHULD
uit: MORGEN 5, 1973
-
RAASVELD, Julien C. (1944): BLUFFENDE HARRY, DE WONDERWAGEN EN DE
SPINVORMIGEN
uit: MORGEN 4, 1973
-
BERTIN, Eddy C. (1944): HET EINDE VAN IETS
uit: MORGEN 1, 1971
-
VERDUYN, Jaap (1945): TIJDREIZEN IS MOEILIJKER DAN JE DENKT
uit: MORGEN 5, 1973
-
CONRAD, Patrick (1945): ALLEGRIA! ALLEGRIA!
uit: ALLEGRIA! ALLEGRIA!, 1972
-
SANDOR, Karel (1948): VAN DE REDDING DIE RECHTSTREEKS UIT DE HEMEL ZOU
KOMEN
uit: MORGEN 6, 1976
-
LAERHOVEN, Bob van (1953): PECHVOGEL
uit: GANYMEDES 2, 1977
|
|